Lenneke Gentle

186 deelnemers beoordelen Lenneke Gentle met een 8,7

Bijna 24 procent van de kinderen tussen de 6 en 11 jaar kampt met een motorische achterstand. Waar zou dat aan liggen? Onze kinderen groeien op in een zitcultuur. Onlangs schreef ik een brief aan de ministers van OC&W, VWS en SZW en vroeg daarin om meer aandacht voor het spelende, lerende kind. Want zowel thuis als op school kan er veel meer beweging in de dag. Bovendien helpt het kinderen in hun taal- en rekenvaardigheid.

Als beginnend dansdocent werkte ik in de kinderopvang en het onderwijs. Ik was NT2 tutor (Nederlands als tweede taal) en volgde uiteraard de woordenlijsten uit de methode en de SLO doelen voor rekenen en taal. Wat me opviel was hoeveel begrippen terugkwamen in mijn danslessen. Denk bijvoorbeeld aan de namen van lichaamsdelen of woorden als ‘vooruit’ en ‘omhoog’. En ik merkte dat die begrippen veel beter bleven hangen als kinderen er tijdens het dansen, spelen en bewegen mee in aanraking kwamen. Doordat ze mochten bewegen zag ik iets in de leerlingen veranderen.

Interactie met zichzelf en met elkaar is de basis voor de emotionele en cognitieve ontwikkeling van een kind. Samen bewegen, in de veiligheid en geborgenheid om vrij te kunnen bewegen, biedt die interactie. Samen met het plezier van het bewegen zijn alle voorwaarden aanwezig om nieuwe begrippen te kunnen leren.

Het geheugen van je lijf
Leren doe je niet alleen met je hoofd, maar ook met je lijf. Je spiergeheugen is net zo belangrijk als dat van je brein. Een goed voorbeeld om dat te illustreren is dat van een man die een verkeersongeluk kreeg en zijn geheugen kwijt was. Hij wist niet meer hoe hij heette. Een agent vroeg hem daarop om zijn handtekening te zetten. Tot ieders verbazing ging dat vanzelf. Men kwam erachter hoe de man heette omdat zijn lijf het nog wist.

Kinderen die veel bewegen leren vanzelf over de wereld om hen heen. Ze leren dat ze ergens vanaf kunnen vallen, ze leren in te schatten vanaf hoe hoog ze kunnen springen en ze komen erachter of ze ergens wel of niet in passen. Bloedende knieën zijn in dat proces heel normaal. De jongste kinderen zitten tegenwoordig in wippertjes of liggen heel veel in de box. Daardoor lopen ze niet alleen gemakkelijk een motorische achterstand op, maar ook een cognitieve. De sleutel tot het ontwikkelen van bijvoorbeeld taal, is beweging en dit begint al in de buik.

Het spelende, lerende kind
Zet muziek op en kinderen beginnen spontaan te bewegen. Dat natuurlijke plezier kun je inzetten in de klas en daarvoor hoef je echt geen danstalent te zijn. Wat je wel nodig hebt is een beredeneerd aanbod. Want voor een buitenstaander kan het misschien lijken of je gewoon vrolijke dansjes staat te doen, je moet zelf wel weten wat je ze ermee wilt leren. Door een begrip aan een beweging te koppelen beklijft nieuwe kennis veel sneller. Steeds meer onderzoeken tonen dat aan.  

Wanneer we in het onderwijs meer aandacht hebben voor het spelende, lerende kind draagt dat onder andere bij aan de fysieke ontwikkeling, de sociaal emotionele ontwikkeling én aan de cognitieve ontwikkeling. Wanneer ze van hun stoel af mogen komen, leren ze sneller en beter, zonder dat het als leren voelt. Hoog tijd dus om lekker in beweging te komen.




Dit aanbod sluit goed aan bij dit bericht