Home > Onderwijs begrippen > Zelfregulatie
Zelfregulatie verwijst naar het vermogen van een leerling om bewust en actief het eigen leerproces aan te sturen. Het omvat het stellen van doelen, het plannen van taken, het kiezen van passende leerstrategieën, het monitoren van de voortgang en het evalueren van resultaten. Zelfregulatie is nauw verbonden met metacognitie, executieve functies en motivatie. Het wordt gezien als een van de kernvaardigheden van zelfstandig leren en vormt een bouwsteen voor eigenaarschap.
Leerlingen met een goed ontwikkelde zelfregulatie zijn beter in staat om effectief te leren, vol te houden bij tegenslag en verantwoordelijkheid te nemen voor hun leerproces. Dit uit zich in:
Zwakke zelfregulatie kan zich juist uiten in snel afhaken, geen overzicht houden, of het vermijden van uitdagingen.
Zelfregulatie is te ontwikkelen, zeker als scholen het expliciet opnemen in de leerlingbegeleiding en didactiek. Voorbeelden van effectieve ondersteuning zijn:
Zelfregulatie staat ook centraal in het werk van onderwijskundigen als Barry Zimmerman en Monique Boekaerts, die benadrukken dat goede zelfregulatie leidt tot diepgaand leren, hogere leerresultaten en meer zelfvertrouwen.
In het kader van passend onderwijs kan het versterken van zelfregulatie worden opgenomen als specifiek leerdoel in een ontwikkelingsperspectief (OPP). Het vergroot de autonomie van leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben, en helpt bij het voorkomen van onderpresteren.
Zelfregulatie is daarmee niet alleen een vaardigheid, maar een voorwaarde voor duurzaam leren in alle onderwijsniveaus.
Bekijk ook onze lemma’s over metacognitie, leerstrategieën en eigenaarschap om te ontdekken hoe je zelfregulatie gericht kunt versterken in de klas.