Home > Onderwijs begrippen
Wat zijn angststoornissen?
Angststoornissen zijn psychische aandoeningen waarbij iemand buitensporige, aanhoudende angst ervaart die niet in verhouding staat tot de situatie. In het onderwijs kunnen angststoornissen zich uiten in faalangst, sociale angst of gegeneraliseerde angst. Ze komen ook bij kinderen en jongeren voor en kunnen het functioneren op school ernstig belemmeren.
Vormen van angststoornissen bij leerlingen
Enkele veelvoorkomende vormen zijn:
- Sociale angststoornis: extreme angst voor beoordeling of afwijzing
- Gegeneraliseerde angststoornis: continue bezorgdheid over uiteenlopende zaken
- Specifieke fobieën: intense angst voor specifieke situaties of voorwerpen
- Scheidingsangststoornis: vooral bij jongere kinderen, angst om van ouders gescheiden te zijn
Zonder passende ondersteuning kunnen angststoornissen leiden tot vermijding, schoolverzuim of onderpresteren.
Signalen in de klas
Een leerling met een angststoornis kan zich terugtrekken, overmatig piekeren, spanning opbouwen bij presentaties of toetsen vermijden. Ook lichamelijke klachten (hoofdpijn, buikpijn) kunnen optreden. Voor leerkrachten is het belangrijk om sensitief te signaleren en in gesprek te gaan met ouders of interne begeleiding.
Oorzaken en diagnostiek
Angststoornissen ontstaan meestal door een combinatie van erfelijke aanleg, omgevingsfactoren en leerervaringen. De diagnose wordt gesteld door een gedragsdeskundige, bijvoorbeeld aan de hand van de criteria in de DSM. Vroege herkenning vergroot de kans op herstel.
Ondersteuning en behandeling
Behandeling bestaat vaak uit cognitieve gedragstherapie, soms in combinatie met medicatie. In de klas helpt het als de leerkracht voorspelbaarheid biedt, leerlingen geruststelt en stap voor stap laat oefenen met spannende situaties. Begrip, veiligheid en een sterk pedagogisch klimaat zijn hierin essentieel.