Een goede woordenschat is cruciaal voor onderwijssucces. Leerlingen die daarvoor in het primair onderwijs niet de basis leggen, komen in het vo in de problemen. In het hoger onderwijs leidt het zelfs tot uitval. Deze leerlingen lopen vast op schooltaal. Taal die we onder meer tegenkomen in toetsopgaven en examens. Begrijpend lezen valt of staat met kennis van deze taal.

Hoe omcirkel je het juiste antwoord als je normaal een rondje zet? Hoe motiveer je je keuze als je niet weet wat motiveren is? Hoe ‘maak je iets op’ uit de tekst als je je make-up niet bij je hebt? Op school komen leerlingen allerlei woorden tegen die ze in het dagelijks leven nooit gebruiken. Anders dan met spreektaal is het vaak lastig om uit de context op te maken wat ze betekenen. Zaak is dus om je als leerkracht bewust te zijn dat die woorden bestaan en er expliciet aandacht aan te besteden. Niet alleen door ze een keer uit te leggen, maar ook te zorgen dat ze beklijven.

Wel de stof, maar niet de taal

Schooltaal begint al bij de kleuters. Met name in instructies zitten vaak typische schooltaalwoorden. “Doe een stap vooruit” is er zo één. In spreektaal zou je misschien zeggen dat je naar voren stapt. De opdracht wordt dan verkeerd of niet uitgevoerd omdat het kind de instructie niet begrijpt. “Bovendien” is een woord dat in prentenboeken veel voorkomt, maar dat in het dagelijks leven zelden wordt gebruikt. Door even bij zo’n woord stil te staan, geef je de leerlingen een belangrijk schooltaalwoord mee.

Als je niet weet wat een suggestie is, kun je er ook geen doen. Als je wel het woord ‘nog’ kent, maar niet het woord ‘noch’, wordt een zin plots heel onduidelijk. En is een uniforme aanpak iets met legerkleding? Ik deed onderzoek naar instructietaal in eindexamens. Examens bevatten soms wel drie keer zoveel schooltaalwoorden als in de les worden gebruikt. Dat betekent dat leerlingen soms hele delen van hun examens niet begrijpen, terwijl ze de stof prima beheersen. Soms zoeken leerlingen zulke woorden op, maar als het er teveel zijn is dat geen doen. En als woorden erg lijken op woorden die ze wél kennen, hebben ze lang niet altijd door dat ze de betekenis niet kennen.

Spreek een mondje schooltaal
Wees je als leerkracht bewust van de enorme hoeveelheid schooltaal die op school een rol speelt. Ga er niet te gemakkelijk vanuit dat ze de woorden uit die taal vanzelf op zullen pikken. Besteed juist aandacht aan die woorden en integreer die aandacht in de onderwijspraktijk. Laat ze steeds weer terugkomen en in verschillende vakken. Door ze te benoemen, te herhalen, terug te vragen en te gebruiken, beklijven ze. Je geeft je leerlingen zo de taal mee die ze hun leven lang nog nodig hebben.