Bernadette Sanders-Rosbergen

Bernadette Sanders-Rosbergen

368 deelnemers beoordelen Bernadette Sanders-Rosbergen met een 8,9

Ongewenst gedrag valt altijd op in de klas. Externaliserend gedrag is storend voor de leerkracht en vaak ook voor medeleerlingen. Internaliserend gedrag valt vaak minder op. “Zo wil ik er wel 20 in de klas…” is dan een bekende uitspraak. Het zijn leerlingen die niet snel om hulp zullen vragen, vaak zelf doormodderen en zich afzijdig houden. Toch kan deze internaliserende problematiek zelfs leiden tot een depressie, brun-out en vele andere problemen. Elke vorm van ongewenst gedrag is in de eerste plaats voor de leerling zelf een enorme belemmering met betrekking tot schoolsucces en het sociaal-emotioneel welbevinden.

Is elk gedrag ‘probleemgedrag’?
 Elk gedrag dat opvalt is in feite een hulpvraag. Wie kent onderstaande uitspraken niet:

“Wat een chaoot”
“Hij roept altijd door de klas”
“Het lijkt wel of zij de regels bepaalt in de klas ..”
“Zij heeft nooit haar werk af’
“Hij heeft een erg kort lontje”

Als dergelijk ongewenst gedrag aanhoudt of verergert, wordt het al vlug ervaren als een gedragsprobleem en ook als zodanig benoemt. De leerkracht ervaart dan ook zelf een gevoel van onvermogen. Hoe pak ik dit gedrag aan? 

Het gedrag van de leerling wordt de hulpvraag van de leerkracht.  Achter de hulpvraag van de leerkracht schuilt in feite dus de hulpvraag van de leerling. Het is belangrijk dat de leerkracht zelf verwoordt wat het gedrag is dat als ongewenst ervaren wordt?
Wanneer je aandacht wilt besteden aan het ongewenste gedrag en het wilt verminderen dan moet je naar de bron. En wat is in dit geval de bron? De bron is het gedrag van de leerling. Niet de léérling is het probleem, maar het gedrág dat als ongewenst wordt ervaren. Niet de léérkracht heeft hulp nodig, maar de léérling.

De hulpvraag achter het gedrag wordt vaak niet gezien
Een leerling die nooit de juiste boeken bij zich heeft, altijd alles kwijt is, altijd het verkeerde werk maakt en daardoor veel berispt wordt heeft geen succeservaringen. De leerling die er vaak uitgestuurd wordt, omdat hij weer zijn huiswerk niet bij zich heeft zal mogelijk clownesk of stoer gedag gaan vertonen, omdat hij ten opzichte van de groep niet voor gek wil staan. Hij zal al vlug de stempel ‘ongemotiveerd voor school en leren’ krijgen terwijl dit mogelijk helemaal niet het geval is en deze leerling komt ongewild in een neergaande spiraal. Het gedrag zal voor hem steeds meer een vast patroon worden omdat zijn echte hulpvraag, vanuit zwakke executieve functies (‘help mij plannen en organiseren’), niet gezien wordt. Het ongewenste gedrag valt op in de klas en wordt negatief benoemd. Het gedrag wordt door de leerkracht als frustrerend ervaren, want hoe pak je het aan?

Het probleem en dus het gedrag, eerst onderzoeken voordat het wordt gelabeld, kan tot heel  andere inzichten leiden. Een hulpvraag die ontstaat vanuit problemen met executieve functies, informatieverwerking en communicatieve redzaamheid, vraagt om gerichte ondersteuning. Veel ongewenst gedrag kan, als het niet op tijd als hulpvraag gezien wordt, uitgroeien tot zeer storend gedrag voor de leerkracht, medeleerlingen, maar vooral ook voor de ontwikkeling van de leerling zelf. De leerling kan zelfs vanuit frustratie en onvermogen tot gedrag komen dat kan leiden tot een schorsing of het niet afmaken van school.

Lees, hoor en zie de hulpvraag in het gedrag van de leerling, schenk meer tijd aan het observeren van het gedrag en ga in gesprek met de leerling. Leerproblemen, problemen met executieve functies, problemen in de communicatieve redzaamheid, sociaal- emotionele problemen, taalproblemen, enz., kunnen de onderliggende oorzaak zijn en dus de hulpvraag van gedrag dat je signaleert. Als er geen sprak eis van een gedragsstoornis, ontstaan gedragsproblemen niet zomaar. Ze ontstaan vanuit een gevoel van onvermogen, onmacht en frustratie.

Wanneer er geen (h)erkenning is van de hulpvraag zal de leerling met het gedrag in een negatieve spiraal terecht komen en zal dit zeker ten koste gaan van de prestaties op school en het sociaal emotioneel welbevinden.