Esther Hendriks-van Dijk
Aandacht = Leeftijd + 2. Ken je die formule? Het aantal minuten dat een kind zich kan concentreren is ongeveer zijn leeftijd in minuten plus twee. Een kind van 6 houdt ongeveer 8 minuten zijn koppie erbij.
In het klaslokaal vragen we nogal wat van kinderen. Concentratie, aandacht, plannen, een goed werkgeheugen en het vermogen om impulsen te negeren, om er maar een paar te noemen. Ik heb het over executieve functies. In ‘De intelligentie voorbij’ leg ik uit wat dat precies zijn. Welke invloed ze hebben in de klas bespreek ik hier. Want de bovenstaande formule vraagt wat van zowel de leerling als de leerkracht.
Oog voor executieve functies in het onderwijs
Om te kunnen leren, bouwen we op onze executieve functies. Een instructiemoment vraagt van een leerling bijvoorbeeld werkgeheugen en concentratie. Als ze beiden optimaal functioneren is dat mooi, maar als een leerkracht te lang doorpraat, wordt het voor een leerling knap lastig. Zeker als er buiten veel interessantere dingen gebeuren.
Nog moeilijker is het voor een leerling die wat minder werkgeheugen heeft. De instructies onthouden vraagt al veel van hem en als hij het niet begrijpt vervalt zijn leerkracht vaak in opnieuw en nog langer uitleggen. Dat het kind afhaakt leidt bij alle partijen tot frustratie. Voor leerkrachten is het geen overbodige luxe om te weten wat er in de hersens van hun leerlingen gebeurt. Want te weinig oog voor de werking van executieve functies leidt tot wrijving.
Te veel gepamperd
Executieve functies ontwikkelen zich naarmate we ouder worden. In eerste instantie is het aan ouders en leerkrachten om de rol van ‘dirigent’ te nemen. Langzaamaan dragen ze die rol over aan het kind zelf. Ze leren hen bijvoorbeeld welke denkstappen je moet nemen om een probleem op te lossen. Eerst door te instrueren, daarna door los te laten en het kind zelf tot stappen te laten komen. Maar sommige leerlingen hebben daar meer moeite mee dan anderen. Dan is het zaak een stapje terug te doen en nog even te ondersteunen tot de leerling het zelf kan. In de praktijk hebben we echter vaak de neiging om voor te kauwen omdat dat nu eenmaal sneller gaat. We nemen leerlingen van alles uit handen, waardoor ze het niet zelf zullen leren. Het is niet voor niks dat het voortgezet onderwijs vaak roept dat leerlingen op de basisschool te veel gepamperd worden.
Gun jezelf als leerkracht eens de tijd om een leerling die vastloopt goed te observeren en houd daarbij de executieve functies in gedachten. Welke functies heeft hij of zij nodig om een taak uit te voeren? Wat gaat er goed en waar gaat het mis? Vaak kun je dan best ontdekken waar de moeilijkheid zit. Door dat te zien, kun je hem verder helpen. Niet door eindeloos herhalen of door hem dingen uit handen te nemen, maar door hem echt te leren het zelf te doen.
Lees meer artikelen over executieve functies
De intelligentie voorbij
De meester swipe je niet aan de kant
De rem erop