Herberd Prinsen
Een docent draagt kennis over. Dat deed hij honderd jaar geleden en dat doet hij nog steeds. Het onderwijsplaatje bleef gelijk, maar de maatschappij veranderde. Leerlingen luisteren met hun gezicht richting het bord naar een docent die een verhaal vertelt. En nog steeds soms vijftig minuten lang en ook wel eens vanaf een podium of van achter de lessenaar. Maar de leerling van nu heeft een coach nodig. Iemand die de dialoog boven de monoloog verkiest.
Er vindt wel een verandering plaats en met name de laatste tien jaar is er een stroomversnelling ontstaan. Gepersonaliseerd onderwijs is een belangrijk thema en veel scholen zoeken naar een goede invulling. Digitaal onderwijs speelt daarbij een rol, maar belangrijker nog is de rol van de docent. Om echt gepersonaliseerd les te geven, zal de docent moeten veranderen in de richting van coach.
“Wat heb jij nodig?”
Een vraag aan de docenten onder ons: waarom geef jij huiswerk? Omdat het zo hoort en omdat leerlingen moeten oefenen, zijn de meest gehoorde antwoorden. Maar is dat zo? Moeten alle leerlingen hetzelfde oefenen? Ook de leerlingen die het allang begrijpen? En wat doe je met het huiswerk? De meeste docenten besteden de eerste tien minuten van de les aan controle en creëren daarmee meteen hun eigen onrust. Er zijn altijd leerlingen die het niet gemaakt hebben en die gaan rebelleren. Het is al niet makkelijk om dertig leerlingen te inspireren, maar op deze manier maak je geen goede start.
De leerling van nu is niet dezelfde als die van honderd jaar geleden. Hij heeft, onder meer door digitale middelen, toegang tot kennis en is prima in staat informatie te verwerven. Hij heeft het verhaal van de docent niet nodig en zal zich er zelfs tegen verzetten. Ordeproblemen zoals we die nu in klassen zien hebben veelal te maken met veranderende leerlingen in een niet veranderend onderwijssysteem. Deze leerlingen hebben een docent nodig die leerdoelen stelt en verschillende werkvormen aanbiedt om ze te behalen. Die docent loopt door de klas, plant uitlegmomenten voor de leerlingen die daar behoefte aan hebben en vraagt ze: “Wat heb jij nodig?”
Een andere attitude
Het Zweedse Kunskapskolan is het ultieme voorbeeld van gepersonaliseerd onderwijs met de docent als coach. Een aantal Nederlandse scholen werkt volgens dit principe, maar dat is niet op alle scholen makkelijk in te voeren. Nederland is ook geen Zweden. Het principe van Kunskapskolan ligt dichterbij de aard van de Zweden, dan bij die van de Nederlandse polderaar. Maar elementen zijn heel goed bruikbaar. En met name de attitude van de docent is daarbij heel belangrijk.
Bij gepersonaliseerd leren hoort een docent die snapt dat hij niet de enige met kennis is en dat de kennis die hij heeft op veel verschillende manieren over te dragen is. Daarbij ligt het eigenaarschap bij de leerling. Hij of zij heeft leerdoelen, bepaalt zelf waar hij meer of minder ondersteuning nodig heeft en vraagt om hulp. De docent beschouwt huiswerk als oefenwerk voor wie het nodig heeft. Controle is niet nodig, de leerling is immers eigenaar en controleert zichzelf.
Niet pamperen, maar coachen
Als coachende docent draag je bij door te vragen of alles goed gaat, of het lukt en door instructie of extra uitleg te geven aan individuele leerlingen of groepjes. De smartphone, voor veel leerlingen belangrijk en in de meeste lessen verboden, kan daar een prima plek in krijgen. Want er is geen enkele manier om sneller informatie te verwerken, dan met de processor in de gemiddelde telefoon. Waarom zou je ze die mogelijkheid ontzeggen?
De kunst is om leerlingen zo uit te dagen dat ze verleid worden tot leren, en niet afgeleid worden door andere zaken. Ga met ze in gesprek en onderzoek wat die uitdaging is. Zo kom je tot opdrachten die daarbij aansluiten. Bovendien vormen autonomie en eigenaarschap een uitdaging op zich. Het maakt leren veel interessanter dan uitvoeren wat je wordt opgedragen. Als ze ontdekken hoe leuk het is nieuwe dingen te leren, zullen ook beter presteren als student.
Veel Nederlandse docenten pamperen. We kauwen voor, nemen leerlingen aan de hand, laten toetsen overdoen als er een onvoldoende is gehaald… Dat doen we tot ze een jaar of 18 zijn en dan laten we ze los met de boodschap dat ze het vanaf hier zelf moeten doen. Dat getuigt niet van respect. Door te coachen in plaats van te doceren (danwel pamperen), bereid je ze vele malen beter voor op de wereld buiten school. De leerling van nu verdient onderwijs dat bij hem past.