Home > Onderwijs begrippen

Wat is gecontroleerde motivatie?

Gecontroleerde motivatie verwijst naar de drijfveren om te handelen die voortkomen uit externe druk, verplichtingen of verwachtingen. In tegenstelling tot intrinsieke motivatie, waarbij leren voortkomt uit nieuwsgierigheid of plezier, is bij gecontroleerde motivatie sprake van leren om iets te moeten of om straf of afkeuring te vermijden.

Voorbeelden van gecontroleerde motivatie

In het onderwijs uit gecontroleerde motivatie zich vaak in gedragingen als:

  • huiswerk maken om straf te vermijden
  • leren voor een toets om een goed cijfer te halen
  • presteren om waardering van ouders of leraren te krijgen

Hoewel dit soort motivatie effectief kan zijn voor het behalen van korte-termijndoelen, zoals toetsen of deadlines, is het minder duurzaam op de lange termijn.

Risico’s en beperkingen

Wanneer gecontroleerde motivatie langdurig overheerst, kan dit leiden tot:

  • verminderde leerplezier en betrokkenheid
  • afhankelijkheid van externe beloningen
  • minder zelfvertrouwen en toenemende prestatiedruk

Het risico is dat leerlingen leren “omdat het moet” in plaats van “omdat het zinvol of interessant is”.

Van gecontroleerd naar autonome motivatie

Onderwijsprofessionals kunnen gecontroleerde motivatie geleidelijk ombuigen naar meer autonome vormen van motivatie, zoals intrinsieke of geïnternaliseerde extrinsieke motivatie. Dit kan door:

  • leerlingen eigenaarschap en keuzeruimte te geven
  • leerdoelen betekenisvol te maken
  • constructieve en motiverende feedback te bieden
  • een veilig en ondersteunend pedagogisch klimaat te creëren

Balans en bewustwording

Het is belangrijk om als docent bewust om te gaan met motivatievormen. Een goede balans tussen gecontroleerde en autonome motivatie kan bijdragen aan een gezonde leerhouding en duurzaam leerproces. Meer over motivatie lees je in het lemma motivatie.