Home > Onderwijs begrippen > Doorstroommogelijkheden
Doorstroommogelijkheden verwijzen naar de routes die leerlingen kunnen volgen om na een bepaalde opleidingsfase door te stromen naar een hoger of ander onderwijsniveau. Denk aan de overstap van vmbo naar havo, havo naar vwo of van mbo naar hbo. Deze mogelijkheden zijn essentieel voor het bevorderen van doorlopende leerlijnen, loopbaanontwikkeling en levenslang leren.
Het Nederlandse onderwijssysteem kent diverse routes waarin leerlingen zich kunnen ontwikkelen. Naast de overgang van groep 8 naar het voortgezet onderwijs, via onder meer de doorstroomtoets en het schooladvies, bestaan er ook horizontale en verticale overstapmogelijkheden binnen het vo en tussen vo, mbo, hbo en wo. Voorbeelden zijn een overstap van vmbo-t naar havo, of van een associate degree naar een hbo-bachelor.
Flexibele doorstroommogelijkheden bevorderen een inclusief en adaptief onderwijssysteem. Leerlingen zitten niet vast aan één vaste route, maar krijgen ruimte om te groeien, bij te sturen en hun potentieel te benutten. Dit vraagt om passende differentiatie, goede leerlingbegeleiding en maatwerktrajecten, vooral bij overgangsmomenten zoals van brugklas naar bovenbouw of bij opstromen naar een hoger niveau.
Onderwijsbeleid richt zich steeds meer op het versoepelen van doorstroom. Scholen werken aan het verkleinen van overgangsdrempels, het versterken van loopbaanoriëntatie en het op elkaar afstemmen van leerstofaanbod. Brugklassen, dakpanklassen, en schakelprogramma’s vormen in de praktijk veelgebruikte instrumenten om leerlingen tijd en ruimte te geven om op het juiste niveau te landen.
Effectieve doorstroommogelijkheden zorgen ervoor dat talent niet onbenut blijft. Ze maken het mogelijk om het onderwijs aan te passen aan de leerling — en niet andersom.