Hanneke Poot-van der Windt
Alles moet tegenwoordig meetbaar zijn, ook in het onderwijs. En dus laten we kinderen de tafels opzeggen met een stopwatch in de hand en moeten ze in een zo kort mogelijke tijd zoveel mogelijk woordjes oplezen. Zelfs de AVI-toetsen gaan op tijd. Maar daarmee doen we kinderen tekort. En met name jongens.
Ik zie het vaak wanneer ik scholen bezoek. Een kind leest tijdens de AVI-toets prachtig voor, maar gaat ruim over de tijd. Een ander vliegt er doorheen en krijgt een betere beoordeling. En als je die leerling vraagt waar het over ging, kan hij het lang niet altijd navertellen. Ik vraag directeuren dan wel eens: ‘Wat meet je nou eigenlijk?’ Maar ja, zij krijgen het ook maar van bovenaf opgelegd…
In september sprak ik hierover in de Commissie voor Onderwijs van de Tweede Kamer. Ik vroeg de Kamerleden om leraren het vertrouwen terug te geven. Hou op met alles te standaardiseren, kinderen passen niet allemaal in dezelfde mal. En jongens, jongensachtige meisjes en veel meer kinderen voelen zich er nog het minst in thuis.
Hij wist het wel!
Tot een kind een jaar of zeven is, moeten de zenuwen myeliniseren. Er komt een eiwitlaagje over de zenuwen heen. Hierdoor worden prikkels sneller doorgegeven. Testosteron daarentegen belemmert prikkels om bij de grote hersenen te komen. Bij jongens schommelt het testosteronniveau tussen hun vierde en zevende levensjaar. Daardoor neemt hun reactiesnelheid af tot zo’n tien seconden. Tegen hun tiende komen zij in de prepuberteit en wordt het zelfs twintig seconden. Vraag je een kind of hij een snoepje wil, dan zeggen zowel meisjes als jongens meteen ja. Dat is een reflex. Maar over de vraag welk snoepje, moeten jongens veel langer nadenken. Hetzelfde gebeurt in de klas. Als je een vraag stelt gaan vaak alle vingers de lucht in. Een geautomatiseerde reactie. Maar als een jongen dan de beurt krijgt, gaan zijn tien seconden pas in. Leerkrachten die te lang moeten wachten, geven de beurt al snel door aan een ander. Dan is het niet zo gek dat de jongen boos wordt. Want hij wist het wel!
In dezelfde mal duwen
Jongens voelen zich vaak niet gehoord. Dat houdt verband met hun tempo en wijze van communiceren. Ik hoor wel eens dat ouders denken dat hun kind nooit wat vertelt. ‘Hij zit altijd maar te dromen’, zeggen ze en blijven maar doorvragen. In werkelijkheid vertelt hun zoon van alles. Jongens communiceren fysiek. Maar deze vorm van communicatie, zichtbaar in gedrag, wordt meestal ingedamd. Er moet verbáál gecommuniceerd worden. Daarmee maken we vooral jongens monddood. Als gevolg daarvan vertellen ze nog minder. Want er wordt toch niet geluisterd.
Laten we ermee stoppen. Stoppen met de druk op jongens, stoppen met ze in die mal te duwen. Geef docenten de kennis en vaardigheden om jongens en meisjes te bieden wat ze nodig hebben. Geef ze het vertrouwen terug. En stop alsjeblieft met die stopwatch.